Temidden van al het politieke geweld rond onder meer Europese verkiezingen, de gemeentelijke (her)formatie of de effecten van de voorjaarsnota op bijvoorbeeld de jeugdzorg nodigde het Elde College wethouder Menno Roozendaal uit voor een middag maatschappelijk en politiek brainstormen met leerlingen van de tweetalige opleiding.
Hij bezocht een aantal jaren terug zelf de school en mocht nu participeren in de discussies rond drie thema’s: eentje rond de gevolgen van de vergrijzing, eentje rond werken en wonen en een derde rond klimaat. Omdat het ging om leerlingen van de tweetalige opleiding vonden de discussies plaats in het Engels.
Wethouder Roozendaal was in de eerste plaats blij verrast te zien hoe vaardig de leerlingen tijdens de discussies omgingen met de voor hen toch ‘vreemde’ taal. In de tweede plaats gaven de soms verrassende standpunten hem reden tot nadenken.
Roozendaal: “Zo ging het bijvoorbeeld over krimpende leerlingenaantallen. Politiek gezien is dan de meest voorkomende oplossing: scholen sluiten. Verrassend is te zien hoe de jeugd zoekt naar compromissen. Zo denken ze aan e-learning wanneer het gaat om het leerproces zelf, maar wanneer het dan aankomt op het sociale aspect van het onderwijs, het samen in een groep doen en denken, komt plotseling een mogelijke logistieke oplossing naar voren. Ik vind dat leuk.”
Hij komt met nog een voorbeeld. “Het ging over het verdelen van subsidies voor kunst. Vooraf zou ik voor zeker aannemen dat ze die zouden bestemmen voor de eigen leeftijdsgroep. Helemaal niet dus, ze hadden zeker ook oog voor de ouderen,” aldus de wethouder, “en datzelfde zag ik ook bij het vraagstuk rond wonen en zorg. Niet of het één of het ander, maar tussenoplossingen, samen doen.”
Toch was het niet allemaal verrassing voor de wethouder, want dat de jeugd kiest voor alternatieve energiebronnen en dan vooral zonne-energie, nee, dat had hij wel verwacht. Zoals het hem ook niet verbaasde dat enthousiasme voor windmolens veel minder groot bleek.
Los van het bezoek aan het Elde-college, meer in het algemeen gesteld, meent Roozendaal een interessante trendbreuk waar te nemen: “Een aantal jaren terug lag het beroepsideaal van de jongeren veelal in de richting van werken bij zakelijke dienstverleners als Deloitte of PricewaterhouseCoopers. Vandaag de dag zoeken ze het steeds meer in innoverende start-ups, veelal met een duidelijk relevant maatschappelijk doel. Mooi is dat, want het werkt niet alleen door in hun mogelijke beroepskeuze, maar ook in de manier waarop ze in de maatschappij staan.”