19 november 2016

Verkiezingsavond De Bunders: groene trottoirs en ander ongemak

Henk Engelmoer is al 40 jaar lid van de PvdA, maar pas sinds kort lokaal actief in de partij. Hij woont in wijk De Bunders in Veghel en ging woensdag naar het verkiezingsdebat in die wijk. Hij maakte het volgende verslag.

‘Woensdagavond. De Stapperij heet het onderkomen. Achter een brede tafel negen vertegenwoordigers van negen partijen die meedoen aan de verkiezingen in de nieuwe gemeente Meierijstad. Twee vrouwen, zeven mannen. In het publiek rond de zestig personen, waarvan ongeveer een twaalf niet-partijgebonden belangstellenden.

De gesprekleider trapt af. Na een kort welkom mogen de woordvoerders stuk voor stuk kort (twee minuten) uitleggen wat de belangrijkste hun standpunten zijn. Menno Roozendaal van de PvdA trapt af. Hij noemt duurzaamheid en geschikt wonen. Binnen twee minuten is hij klaar.

Zijn buurvrouw van het CDA, Annemiek van de Ven, heeft aanzienlijk meer tijd nodig en gek genoeg, krijgt dat ook. Meer dan vijf minuten gaat het vooral over de gelijkwaardigheid van alle kernen. Opvallend: ze heeft een briefje nodig om haar betoog te ondersteunen. Ze is niet de enige trouwens: er zijn er meer die de hoofdpunten van hun partij toch niet helemaal trefzeker in het hoofd hebben zitten.

De woordvoerder van Gemeentebelang Meierijstad, Peter Verkuijlen, benoemt de gelijkheid van iedereen en de hoge waarde van het referendum. Zijn D’66 collega Gert Jan Hobert gaat de inwoners op diverse beleidsterreinen activeren, hij noemt het echte vernieuwing, VVD’er Harry van Rooijen rechtvaardigt de samenvoeging van de drie gemeenten vanwege het belang van goede zorg, echte veiligheid en behoud van onderwijs. Erik de Vries vertegenwoordigt Team Meierijstad en heeft een aardig citaat: “Beste voorspeller van de toekomst is het verleden”, om even later in het debat daarmee zelf in conflict te komen wanneer blijkt dat sommige van zijn huidige standpunten haaks staan op die welke een aantal van de partijen die nu samen Team Meierijstad vormen, eerder hebben ingenomen.

Lars van Asseldonk van Lijst Blanco krijgt krediet van de zaal. Hij is zenuwachtig, krijgt zijn standpunten ook niet goed geformuleerd uit zijn mond, maar doet dat zo charmant onbeholpen dat de zaal het glimlachend accepteert, stukje herkenning waarschijnlijk.

SP’er Ruud Merks krijgt volop tijd om scherp te luisteren en hij doet dat ook. Alle vage aanduidingen van zijn opponenten vallen hem op en zijn twee minuten gebruikt hij om ze daarop te wijzen. Het voordeel: zo hoef je je eigen standpunten of het gebrek daaraan, niet te etaleren.

Als laatste in de rij krijgt Mirjam van Esch het woord. Zij vertegenwoordigt Hart van Schijndel, kan hier in het Veghelse de naam niet verklaren en noemt als belangrijkste punt dat alle kinderen in de Meierijstad mee moeten kunnen doen met sport.

Vervolgens gaat het in dezelfde vorm over de groenvoorziening, over bouwplannen, over burgerparticipatie. De scheidslijnen zijn duidelijk. Je wilt het de gemeente laten doen of je kiest voor burgerparticipatie. Je wilt inbreiden of uitbreiden. Wie heeft nou eigenlijk de meeste bouwgrond in bezit, de projectontwikkelaars of de gemeente?

Vreemd genoeg komt de grootste wijk, ook van de nieuwe gemeente, De Bunders, in het hele verhaal niet of nauwelijks voor. Als je de doemdenkers mag geloven loop ik er over groene trottoirs en niet gemaaide taluds, maar tijdens mijn dagelijks wandeling naar het werk ervaar ik dat anders en doen meerdere inleiders onze gemeentewerkers en IBN’ers zwaar tekort.

Het is dé gelegenheid om eens gedachten te wisselen over wijkzorg met daarin een rol voor huisartsen, wijkverpleging en een instelling als de Watersteeg, maar in plaats daarvan gaat het over de N279. Het is dé gelegenheid om eens te bespreken hoe je het schrale winkelcentrum De Bunders nieuw leven in kunt blazen, maar het gaat over de Rembrandtlaan. Dat ligt trouwens niet alleen aan de politici. Ook de gesprekleider is daaraan debet.

Kortom, een vervelende avond, door de vorm – wie laat nou negen mensen tot vier maal toe achter elkaar hun zegje zeggen en zodra er sprake is van een meningsverschil, dat niet verder uit laat vechten -, door de inhoud ook, dat hoeft echt niet zo oppervlakkig, toch ook door de opstelling, de discussie beperkt tot de vier mensen in het midden van de tafel.

En onze Menno? Och, het is geen schreeuwer, formuleert zorgvuldig en correct, bereidt zich voor (hij was ’s middags al de wijk in geweest), kortom, het maakt hem zeker tot de betere kandidaten. Helaas waren er te weinig mensen om dat te herkennen.