Tegeltax ook in Meierijstad?

Was daar vorige week plotseling commotie naar aanleiding van de ‘beleidsvisie riolering en water’ die de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem publiceerden. De gemeenten die vanaf 1 januari 2019 samen de gemeente Altena gaan vormen, overwegen de inwoners met een betegelde tuin meer belasting te laten betalen dan zij die – met vergelijkbaar oppervlak – hun perceel als tuin gebruiken. De ‘tegeltax’ is het al gaan heten.

Hoe meer tegels in een tuin, hoe meer kans op wateroverlast. Immers het water zakt niet weg in de tuin en moet afgevoerd worden via het riool en dat biedt niet alleen kans op wateroverlast, het is ook een dure oplossing.
Bovenstaande gedachte deed fractievoorzitter Sikko Oegema van de Partij van de Arbeid in Meierijstad naar zijn verkiezingsprogramma grijpen. Daar had zijn partij bij de recente verkiezingen in zijn gemeente toch ook een en ander over opgeschreven? Lang hoefde hij niet te zoeken: “Om overlast te voorkomen krijgt regenwater gelegenheid te infiltreren waar het valt en voor de opvang zorgen waterbuffers die bij nieuwe wijken als vanzelfsprekend worden aangelegd.” Weliswaar heet het hier geen ‘tegeltax’ en betwijfelt Oegema ook of die ‘tegeltax’ wel de meest geëigende manier is, maar het gaat wel om hetzelfde probleem.

Gedachtig het gezegde dat je het ijzer moet smeden wanneer het heet is, formuleerde de fractievoorzitter een tweetal vragen over dit probleem aan het College van Meierijstad naar aanleiding van een Raadsinformatiebrief: ‘Plannen tot hoogwatermaatregelen Sint Oedenrode’.

1. Gesteld wordt dat ‘de kans op extreme regenbuien en daarmee de belasting op het watersysteem steeds meer toe neemt’ Als reden wordt genoemd de klimaatsverandering. Als oorzaak wordt niet genoemd de toename van verharding en bestrating van tuinen en andere (openbare) gebieden waardoor:
– er een snelle afvoer plaats vindt en
– meer hemelwater afstroomt omdat het niet meer infiltreert.

Heeft het college naast de voorgenomen planontwikkeling ook de vraagstelling meegenomen om het aanbod van water te verminderen en het snelle aanbod te verminderen?
Zo ja: welke?
Zo nee: waarom niet?

2. Er staat in de raadsinformatiebrief weergegeven dat er in algemene zin aandacht besteed
gaat worden aan duurzaamheid. Kan het college explicieter aangeven welke
duurzaamheidsaspecten aandacht krijgen binnen de planontwikkeling?

Het woord is nu aan de bestuurders van de gemeente. Oegema wacht nog even af, maar dat er het een en ander moet gaan gebeuren staat voor hem zo vast als een paal boven water.