De week (39) van de wethouder: over de lokale omroep
Afgelopen week sprak ik met de lokale omroepen uit Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. Mijn collega portefeuillehouders lokale omroep van onze fusiepartners waren er ook. In Meierijstad is er straks één zendmachtiging te vergeven voor een lokale omroep. Samenwerking tussen lokale omroepen is dus geboden. Daarover ging ook het gesprek. En dat verliep in een goede sfeer.
Het is overigens niet de gemeente Meierijstad die straks de zendmachtiging verstrekt. Dat doet het Commissariaat voor de Media (CvdM); de gemeenteraad geeft wel een advies. Een sterke lokale omroep is belangrijk. Ondanks dat de bekostiging van de lokale omroep voor een groot deel door de gemeente wordt gedragen, is het belangrijk dat zij onafhankelijk van de lokale overheid kan werken. Op inhoud dan, want financieel is die afhankelijkheid er dus wel. Net als de publieke omroep dat op landelijk niveau heeft.
Eigen inkomsten kunnen lokale omroepen genereren met bijvoorbeeld reclameverkoop, zendtijd verkopen en het zelf maken van programma’s waarvoor betaald wordt. In sommige gevallen kan ook de overheid een klant zijn. Het CvdM maakte recent bekend dat het voor veel lokale omroepen steeds lastiger wordt de eigen broek op te houden. Eigen inkomsten lopen terug en daarom is de bijdrage van de gemeente steeds belangrijker. Schijndel, Veghel en Sint-Oedenrode hanteren alle drie de zogeheten richtsnoerbijdrage van het CvdM van €1,14 per huishouden.
Wie in Meierijstad de zendmachtiging krijgt, is nog niet bekend. Voor mij is belangrijk dat de omroep, die de zendmachtiging krijgt, werkt met lokaal gewortelde vrijwilligers en wat mij betreft vanuit het Spectrum en eventuele andere locaties in de dorpen. Want een grotere afstand van de dorpen en de inwoners, leidt tot minder interesse en daarmee afnemende inkomsten voor de omroep. Meierijstad verdient een goede lokale omroep. Werk aan de winkel dus.