Je moet verschil dúrven maken
Aan de vooravond van de verkiezingen voor de nieuwe gemeente Meierijstad een serie over markante PvdA’ers uit Meierijstad. In deel 6, Bea van Schaaijk. Zij zette de partij bestuurlijk op de kaart in Schijndel.
Ze was de eerste vrouwelijke wethouder van Schijndel. En de laatste. De enige. Bea van Schaaijk glimlacht. De immer helder getaalde burgemeester Gerard Scholten voegde haar in de begindagen toe: “Mevrouw, wat heeft u nou voor verstand van bestuur.”
Het was voor iedereen even wennen toen ze in 1990, na vier jaar raadslidmaatschap, het college binnenstapte. Dochter uit een groot katholiek gezin, ‘eentje van Toontje van Schaaijk’, desondanks rooie vrouw. “Op straat kreeg ik te horen: toch knap dedde gij dè kunt. In het college werd ik meestal serieus genomen hoor. Maar ik bleef bewust zitten als de koffiekan op tafel werd gezet. Dacht: laat de mannen maar inschenken.”
Op weg naar het pluche (“Daar zat ik niet voor de macht, maar om iets voor mensen te bereiken”) beklom ze de democratie trede voor trede. Eerst was er de wijkraad Boschweg, waar ze actief in werd. “Ik kwam daar tot het besef: als je iets wil bewerkstelligen moet je de politiek in gaan.”
In 1986 werd ze fractielid aan de zijde van Harrie Mulders, in een periode ook waarin de PvdA zijn eerste wethouder leverde: Ad van den Hurk. Het was even wennen. “Ik kreeg het advies: begin met kleine dingen. Dus heb ik me bijvoorbeeld sterk gemaakt voor het vernoemen van straten in Schijndel naar vrouwen. Zo kwam er een Aletta Jacobshof, zo kwamen er andere straatnamen.”
Knokken
Van Schaaijk kwam in de raad in een periode van grote werkloosheid. Jansen de Wit was nog maar net failliet. Voor haar was er juist volop werk aan de winkel. Ook al omdat het stak dat het jongeren- en opbouwwerk was wegbezuinigd. Ze zou gaan knokken, het zou haar op de volgende trede brengen.
“Er was weinig animo binnen de politiek om het jongeren- en opbouwwerk weer leven in te blazen. Ik heb samen met een kennis een alternatief beleidsstuk geschreven, vergeefs. Dus dacht ik: als je echt iets wilt bereiken moet je aan het stuur zitten.” Die kans kwam na de verkiezingen van 1990.
“Als wethouder benoemde ik een breed geformeerde werkgroep. Met mijnheer pastoor, met mensen uit het onderwijs, noem maar op. Die kwam tot de conclusie dat het goed zou zijn weer een jongerenwerker aan te stellen. Zo geschiedde.” Ze is er trots op dat Schijndel met Bizzi nog altijd een jongerencentrum in gemeentelijk beheer heeft.
Rek
Van Schaaijk heeft in de politiek altijd de rek opgezocht. “Je hoort te vaak: dit kan niet, dat mag niet. Nou dan wil ik wel knokken. We begonnen in Schijndel met een project voor bijstandsmoeders. Die mochten niks in voorbereiding op een nieuwe carrière. Gun ze toch een stage, laat ze een studie volgen, dacht ik. Den Haag controleerde streng. Daarom nodigde ik Elske ter Veld, toen staatssecretaris van sociale zaken, uit. Ze keek hier rond en zei: zolang het dossier op mijn bureau ligt, wordt er hier niet gecontroleerd. Het werd een succes.”
Ter Veld was partijgenote. Het feit dat Bea van Schaaijk ook binnen de PvdA carrière had gemaakt en lid van het hoofdbestuur was geworden, zorgde ervoor dat de lijnen met Den Haag kort werden.
Lange adem
In 2001 vertrok ze uit de politiek. Ze is 66 en vaak blij dat ze niet meer tussen steggelende politici zit. Anderzijds ziet ze wat er tot stand is gebracht. “Neem Huisvesting 2000. Het was een grote operatie. Zijn we midden jaren ’90 mee begonnen, ik geloof dat het in 2013 klaar was. De PvdA heeft een lange adem gehad, al was er aanvankelijk verzet. Je moet het verschil ook dúrven maken. Kijk eens hoe goed Schijndel er bij ligt.”