12 oktober 2016

Politiek is ook een lange adem hebben

Aan de vooravond van de verkiezingen voor de nieuwe gemeente Meierijstad een serie over markante PvdA’ers uit Meierijstad. In deel 3 terug naar de roots met de oud-raadsleden Harrie Mulders en Monique Voeten uit Schijndel.

Ineens zat er een rooie Moor in de schijndelse gemeenteraad. Harrie Mulders, zwarte haren, zwarte baard. Hij bepleitte de koers van de Partij van de Arbeid in een o zo katholiek bastion. “In de raad zaten partijen met verschillende namen. Maar in feite waren het allemaal KVP’ers”, zo herinnert hij zich.

Het is 1974 als Mulders zijn zetel inneemt. De PvdA afdeling Schijndel was kort daarvoor opgericht uit onvrede over een raadsbesluit dat van de openbare LTS een school met katholieke signatuur moest maken. Het ging uiteindelijk niet door, maar de wrevel was gewekt, de oppositie gecreëerd.

Schijndel was toen een dorp van bouwvakkers en personeel van Jansen de Wit. Die sokkenfabriek had grote invloed. Ook in de raadszaal. “Je moest eerst voorwerker worden bij Jansen de Wit, dan kon je vervolgens voor de Werknemerspartij de raad in”, zegt Mulders. Het was een kleine en vooral besloten wereld, waarin de PvdA als eerste landelijke partij zijn intrede deed. Met één zetel, bij latere verkiezingen twee, gedoemd tot de oppositie.

Motie

Maar ook voor die eenzame rooie Moor viel er best wat te halen. “De raadsleden deden hun huiswerk niet. Ze wilden in de raad om hun stropdas te laten zien. In mijn eerste periode heb ik een motie ingediend. Motie? Daar hadden ze nog nooit van gehoord.”

Met zijn motie wilde Mulders, 76 jaar inmiddels, financiële ruimte scheppen voor een jeugd- en jongerenwerker. De wethouder wilde slechts akkoord gaan als hij zijn motie, die rariteit, zou intrekken. Het raadslid deed dat. “Want het doel stond en staat voorop.” Het illustreerde dat oppositie, ook in je eentje, effectief kon zijn.

Het was in die beginjaren knokken tegen de scepsis, tegen vijandigheid. “Wij waren de rooien, communisten zeiden ze”, aldus Mulders. Dat weet ook Monique Voeten (62) nog. Zij werd in 1982 raadslid. Afkomstig uit Breda, was ze vijf jaar daarvoor in Schijndel neergestreken. Haar man was tandarts en aan tandartsen was een nijpend tekort. Dus faciliteerde de gemeente. “Toen we de wethouder die ons had geholpen later tegenkwamen, op een receptie, zei hij klip en klaar dat we niet welkom zouden zijn geweest als hij geweten had dat wij van die rooien waren.”

Klap

De politiek leefde, zegt Voeten. “De publieke tribune zat vol bij raadsvergaderingen.” De sluiting van Jansen de Wit was een immense klap voor Schijndel, de discussie over de Structuurweg ontspon zich, landelijke thema’s als die over de kernwapenvrije gemeente werden ook lokaal bevochten. Andere landelijke partijen, SP, VVD en CDA, kwamen in de raad.

Mulders bleef twintig jaar raadslid. Voeten keerde in 2010 terug voor een raadsperiode. Het was een totaal andere ervaring. De PvdA, die in 1986 met Ad van den Hurk zijn eerste wethouder leverde, was inmiddels een stabiele factor in het bestuur. “De politieke cultuur was anders, de hiërarchie voor een belangrijk deel verdwenen. De openbaarheid was een verademing, ambtenaren om informatie vragen heel normaal. Harrie moest in zijn begintijd nog vechten om ambtelijke stukken te krijgen.”

De rooie en inmiddels grijze Moor vult zelf aan: “Als je mij die stukken niet gauw geeft, dan lees je morgen in de krant: ambtenaar weigert raadslid informatie. Juist ja, toen had ik ze heel snel.”

Vasthouden

Monique Voeten: “Door de jaren heen hebben we vastgehouden aan onze opvattingen. We rammelden aan de poorten. Over de openbaarheid van bestuur, emancipatie in de samenleving, jeugd- en jongerenwerk, ook in het verleden al over vluchtelingen. Van Harrie heb ik geleerd: heb geduld, hou vol, want wat wij nu zeggen in de oppositie, zegt de gevestigde orde ons over een jaar na. Politiek is ook een lange adem hebben.”