PvdA voorzitter Marja Stevens: “Een tegengeluid geven aan de negatieve sfeer rondom politiek”

Ruim een jaar is Marja Stevens nu voorzitter van de PvdA in Meierijstad. Hoog tijd dus voor een gesprek over verleden, heden en toekomst van haar partij. Dat alles vanuit een heldere visie, ze wil vooral een tegengeluid geven aan de negatieve sfeer rondom politiek en daarmee het vertrouwen in de politiek vergroten.

Marja Stevens

Marja is voor de samenvoeging van Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode actief geweest binnen Hart voor Veghel. Om te beginnen wil ik graag weten of ze verschillen ziet tussen die Veghelse partij en de huidige PvdA in Meierijstad.

“Hart voor Veghel was een succesvolle samenwerking tussen D’66, Groen Links en PvdA. Ook mensen zonder binding met een landelijke partij waren erbij aangesloten, een prettige, progressief denkende partij. Destijds ontstaan omdat de drie aparte partijen te weinig actieve leden hadden en omdat de raadsleden van de drie partijen het politiek in de raad goed met elkaar konden vinden. Dat we na de samenvoeging vervolgens alleen als PvdA zijn doorgegaan is logisch, we hebben zoveel actieve, capabele leden.”

“Van grote verschillen tussen toen en nu merk ik niets. Ik vind dat er weinig vanuit de oude gemeentegrenzen gedacht of gereageerd wordt. Het is logisch dat het tijd kost om alle mensen en alle kernen te leren kennen, dat geldt in ieder geval voor mij. Voor mij persoonlijk is het jammer dat niet alles op fietsafstand is…”

Diversiteit

Tot het meest kenmerkende van de huidige politiek op gemeentelijk niveau ervaar ik de drang om alle kernen in de gemeente min of meer in gelijke mate tegemoet te willen komen, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting, sport (zwembaden), bestuursvoorzieningen en zo. Dat kost veel geld en zou zomaar ten koste kunnen gaan van voorzieningen die de gemeenschap als geheel sterk kunnen maken dan wel houden, denk aan (beroeps)onderwijs, infrastructuur (spoorlijn), specifieke woningbouw (jongeren, ouderen, buitenlandse werknemers). Ziet zij dat gevaar ook?

“Als bestuurder is het belangrijk om afstand te houden van politiek-inhoudelijke onderwerpen. Ik zie het als mijn taak om samen met het bestuur te zorgen voor een vitale, actieve partij. Dus als bestuurder spreek ik me niet uit over zwembad, spoorlijn of volkshuisvesting.

Als burger lijkt het me niet moeilijker om zaken in stand te houden. Het voordeel van de gemeentelijke fusie is efficiënter en deskundiger werken. Dan zou je juist meer geld over moeten houden voor voorzieningen. Als je als aparte gemeente een voorziening in stand kunt houden, kan dat ook in een fusiegemeente. Je hebt toch 3x zoveel inwoners? Een voorziening gaat toch niet meer of minder gebruikt worden in een grotere gemeente? Er blijven evenveel mensen naar een zwembad gaan, een school blijft even ver fietsen voor een leerling…”

“Nogmaals als burger: een zwembad wat nu goed bezocht wordt, tot 23.00 uur en rendabel is, kan vernieuwd worden. Lijkt me ook verstandig gezien de vergrijzing: veel ouderen zullen eerder gebruik maken van een overdekt zwembad dan van een voetbalveld. Bij scholen speelt het gemeenteverhaal niet. Het is aan Fontys of ze hun PABO hier open houden en het is aan studenten om te kiezen voor een school. De Leijgraaf heeft nu vooral last van de nieuwe wet, waardoor MBO-leerlingen onder de 18 ook een OV-reiskaart krijgen. Een grote stad als den Bosch of Eindhoven is voor veel studenten aantrekkelijk, dat heeft niets met Meierijstad, Veghel of de Leijgraaf te maken.”

Verkiezingen

Ik breng het gesprek op de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2021 en die voor de gemeenteraad in 2022. Of er al plannen in de maak zijn?

“Dit is een onderwerp wat we in het bestuur kunnen voorbereiden en een mooi onderwerp om in een afdelingsvergadering te bespreken. We weten dat niet alle leden staan te trappelen om campagne te voeren. Tegelijkertijd is en blijft het belangrijk om je te laten zien, ook bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer”.

“Voor wat betreft de gemeenteraadsverkiezingen is het verkiezingsprogramma de eerste belangrijke pijler. Het lijkt me niet zinvol om nu al – halverwege deze raadsperiode – aan de slag te gaan, omdat je actuele thema’s wil oppakken. Tegelijkertijd is er een verwevenheid met de andere pijler: de kandidaten. Kandidaten kunnen pas volmondig “ja” zeggen, als ze het verkiezingsprogramma kennen. We zijn wel al gestart met het zoeken naar aanwas. Dat is eigenlijk een continu-proces. De derde pijler is de campagne. Het is goed – maar geen einddoel – om voortdurend zichtbaar te zijn, dus dit onderwerp heeft ook blijvend aandacht.”

Hoe sta jij tegenover samenwerking met andere progressieve partijen?

“Samenwerken is altijd goed: in de coalitie, in het vergroten van vertrouwen in de democratie en de politiek. Je bent als PvdA het meest duidelijk als je als PvdA opereert. Wat mij betreft is samenwerking in de zin van fusie of lijstverbinding niet aan de orde.”

Het thema op de nieuwjaarsbijeenkomst?

“Daar ben k nog mee bezig. Naast enkele praktische zaken moet het vooral verbindend, stimulerend en opbouwend zijn. Ik ben trots zijn op zo’n geweldige groep leden en dat wil ik in ieder geval uitdragen.”

“Je moet het óók leuk vinden om PvdA’er te zijn”

Feesten

Ik merk op dat hele afgelopen jaren het aantal themabijeenkomsten fors gedaald is en het aantal feestelijke sessies juist sterk gestegen. Of dat toeval is?

“Zeker niet! Je moet elkaar eerst ontmoeten voordat je de schouders onder een karwei kunt zetten. Na gedane arbeid mag je gerust een gezellige avond hebben. We kunnen op dit gebied leren van andere partijen: mensen moeten het zinvol, maar óók léuk vinden om PvdA’er te zijn!”

Tot slot, je werkt in het praktijkonderwijs. Ik kan me goed voorstellen dat dit een inspiratiebron voor je is. Zo ja, op welke manier?

“De maatschappij komt de school binnen: Vluchtelingen uit Syrië, Jezidi-meisjes, gescheiden ouders, werkeloosheid, arbeidsongeschiktheid, racistische opmerkingen, fans van Wilders, ouders in de schuldhulpverlening, bezuinigingen in de jeugdzorg. Aan de andere kant ook enorm betrokken bedrijven, met managers en directeuren die geweldige kansen bieden aan onze leerlingen. Dat heeft mijn blik verruimd: die ‘kapitalistische grootbedrijven’ zorgen wel voor enorm veel werkgelegenheid, structuur en inkomen. Die betrokkenheid is fantastisch om te ervaren. Het is dus niet zo zwart/wit: ik zie bij veel commerciële bedrijven sociale betrokkenheid en oprechte belangstelling voor onze leerlingen.”

“Je ziet ook hoe armoede doorwerkt in het leven van mensen: door beperkte vermogens is het overzicht op de financiën snel zoek en dat in combinatie met impulsief gedrag veroorzaakt schulden. Dat is voor mij een aanleiding geweest om te starten met het ombudsteam. Daar moeten we blijvend aandacht aan geven, mensen komen niet snel om hulp vragen.”

“Op school ben ik ook bezig met burgerschap: hoe leren we leerlingen om goede burgers te zijn: begrippen als tolerantie, respect, participatie, democratie handen en voeten geven en leerlingen leren hoe ze dat in de praktijk kunnen brengen.”

“Meer algemeen vind ik het enorm belangrijk om de democratie in stand te houden. Op school is veel vrijheid, we realiseren ons niet hoe groot het goed van vrijheid van onderwijs is, net als alle andere democratische pijlers waarop we Nederland gebouwd hebben. Dat is voor mij de reden om politiek actief te zijn: een tegengeluid geven aan de negatieve sfeer rondom politiek, het vertrouwen in de politiek vergroten.”