Wanneer aan het eind van het vorige jaar meerdere partijen zich melden om te praten over de woningbouw in Meierijstad, dan weet je één ding heel zeker: er is echt wat aan de hand.
Het begint eind december met PvdA-woningbouw-woordvoerder Arie de Zwart: “Wij moeten eens even praten.” Een paar dagen daarna meldt Robert van Lith in het Brabants Dagblad dat woningzoekenden in Schijndel voor een huurhuis maar liefst 4,5 jaar moeten wachten. Opmerkelijk, want in Veghel duurt dat de helft van die tijd. En vervolgens is daar recentelijk nog een politieke beweging die onder het motto ‘niet mauwe, maar bouwe’ via de gemeentelijke buurtcoördinator alle buurt- en wijkraden van de gemeente uitnodigt voor een bijeenkomst aan het eind van deze maand over dit thema, toegespitst op de situatie in Wijbosch en Schijndel. Met andere woorden, er is sprake van echt een probleem!
Dat juist nu wordt gereageerd, is niet zo vreemd. Het heeft te maken met de ‘raadsinformatiebrief’ over dit thema die de gemeente medio december publiceerde.
Om het voornemen, geformuleerd in 2018, de komende tien jaar 4000 woningen te bouwen, waarvan – mede op voorstel van de PvdA – 25% in de sociale sector, te realiseren, staan in die brief allerlei beleidskaders. Eigenlijk is dat niet het meest opvallende deel van het schrijven.
Meer tot de verbeelding spreken een aantal cijfers. Duidelijk wordt bijvoorbeeld dat in 2018 nog 676 woningen zijn opgeleverd, waarvan de meeste in Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode, samen goed voor 89% van dat aantal.
Tot en met november 2019 zijn 270 nieuwe woningen opgeleverd in respectievelijk Erp, Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. Vorig jaar is voorts begonnen met de nieuwbouw van 275 woningen in dezelfde plaatsen, met als opvallend verschijnsel dat 86% daarvan verschijnt in de voormalige gemeente Veghel.
De sociale woningbouw biedt eenzelfde beeld. In het gebied van de voormalige gemeente Veghel worden tussen 2019 en 2021 284 (84%) van de totaal 340 nieuwe geplande woningen gebouwd, de jaren daarna 302 (53%) van de 567.
Wachttijd in Schijndel: 54 maanden
Dat dit de gemoederen hier en daar behoorlijk beroert, is niet zo vreemd. In het Brabants Dagblad verwoordt Woonmeij-bestuurder Wonders het zo: “Bij ons steeg de wachttijd voor actief woningzoekenden, dat zijn mensen die minimaal één keer per jaar reageren op een aangeboden huurwoning, van 40 maanden aan het einde van 2018 tot 54 maanden op 31 augustus 2019.”
Ter vergelijking, bij de andere woningbouwvereniging in Meierijstad, Area, steeg ook de wachttijd in die periode, maar slechts van 26 naar 27 maanden, ook nog lang zat, maar toch aanmerkelijk korter. Het verschil: Area verwacht in 2020 159 nieuwe woningen te bouwen, Woonmeij 32, waarvan geen in Schijndel.
Vraag is natuurlijk allereerst naar de oorzaak en als zo vaak ligt die in het verleden. De vroegere gemeente Veghel voerde destijds een actief grondbeleid. Het kocht fors beschikbare grond op, zonder daar een directe bestemming voor te hebben en in de veronderstelling deze later met (forse) winst te kunnen verkopen. Een nogal speculatief beleid waarvoor in politiek Nederland lang niet altijd veel begrip is, want juist dit soort beleid bracht in die na-crisisjaren menig gemeentelijk grondbedrijf tot op de rand van de afgrond. Nu pakt het echter wel voordelig uit, want de vraag is groot en daardoor rijzen de grondprijzen inmiddels (weer) de pan uit. In de voormalige gemeente Veghel is er bouwgrond te over en wordt er dus ook flink uitgebreid.
Uitbreiden naast inbreiden
Het beleid van de voormalige gemeenten Sint-Oedenrode en Schijndel karakteriseerde zich door een andere insteek, het zogenoemde facilitaire grondbeleid. Uitvloeisel daarvan is dat je grond aankoopt op basis van de huidige behoefte. Dat pakt nu niet goed uit, want daardoor is bouwgrond in Schijndel en Sint Oedenrode amper beschikbaar en is met nieuwe grondaankopen veel geld gemoeid.
Woonmeij-bestuurder Mark Wonders adviseert desalniettemin de gemeente zo snel mogelijk in Schijndel een grote uitbreidingslocatie aan te wijzen. “Het huidige college kiest vooral voor inbreidingslocaties binnen de bebouwde kom, maar die zijn slechts beperkt beschikbaar en bovendien zijn dat vaak duurdere bouwlocaties,” zo zegt hij in het Brabants Dagblad.
PvdA-raadslid en woningbouw-woordvoerder Arie de Zwart is de huidige gang van zaken ook een doorn in het oog, vooral de trage gang van zaken. “Het verhaal is heel simpel, in Schijndel en Sint-Oedenrode hebben we grond nodig, zo snel mogelijk. Ik heb het bij de provincie nagevraagd en daar zeggen ze geen beletselen te zien voor het aankopen van die benodigde grond. Doen dus.”
Beetje begrip
Aan de andere kant heeft hij wel enig begrip voor de nu ontstane situatie: “Na de fusie van de drie gemeenten kon het ‘deel Veghel’ door haar grondbeleid per direct bouwgrond aanbieden. Voor de gemeenten Schijndel en Sint-Oedenrode lag dat net even anders. Voordat je dan een en ander recht hebt getrokken met het ontwikkelen van plannen, het aankopen van bouwgrond, het hebben van de juiste vergunningen – denk in dit verband bijvoorbeeld aan de stikstof-uitstoot – het beschikbaar zijn van voldoende bouwers en zo meer, dat neemt tijd. En die tijd is er eigenlijk niet en dat weet ik ook wel, maar ik kan het ook niet bakken.”
Om af te sluiten met een variant op dat motto ‘niet mauwe, maar douwe’: “Ik blijf douwe om meer te bouwe!” Om daar nog aan toe te voegen: “Dat geldt ook de ‘tiny houses’, want dat duurt me ook veel te lang, ik weet inmiddels wel dat ze er zullen komen in Erp, Schijndel en Veghel, dat is me door de wethouder toegezegd. Ik weet alleen nog niet precies waar. En bedenk, juist die ‘tiny houses’ zijn een mooi middel om de hoogste nood te ledigen.”